Direct naar artikelinhoud
PS

'Voeg krachttraining aan de gymlessen toe'

Altijd als laatst gekozen; journalist Samuel Bom ging als te zwaar kind steevast met lood in de schoenen naar de gymles. Om sporten voor iedereen leuk te houden, pleit arts Gill ten Hoor voor krachttraining op middelbare scholen. 'Jongeren met overgewicht hebben meer vetmassa, maar óók meer spiermassa.'

Arts Gill ten Hoor: 'Je wilt dat kinderen onthouden dat ze sterk zijn. Niet dat ze overgewicht hebben'Beeld Emanuel Wiemans

Ik zie mezelf nog staan als brugpieper. De gymleraar wil voetballen en twee populaire klasgenoten mogen de teams kiezen. Mijn sporttenue verhult wat van mijn ­kindervet, maar iedereen in de klas weet: ik ben niet snel en niet zo wendbaar. Door die extra kilo's.

Ik blink niet uit in sport en dat gaat ook niet gebeuren. Moet dat nu echt ­elke week twee uur lang zo zichtbaar zijn, ten overstaan van mijn klasgenootjes ? Als iedereen onder de pannen is, sta ik nog zonder team. Wie wil mij? Degene die de laatste keuze heeft.

Motivatie
Zware kinderen, met een Body Mass Index (BMI) van 25 of meer, kunnen lang niet altijd wedijveren met leeftijdgenoten in de gymzaal. Hun snelheid en uithoudingsvermogen liggen vaak lager. Dat weet ook wetenschappelijk onderzoeker en arts Gill ten Hoor (27) van het Maastrichts Universitair Medisch Centrum.

Hij is afgelopen zomer gepromoveerd op onderzoek naar hoe je kinderen met overgewicht in beweging krijgt. Want delf je voortdurend het onderspit bij de gym, dan verlies je vroeger of later je motivatie. Weet ik uit ervaring. En juist voor deze groep is ­lichaamsbeweging extra belangrijk.

Ten Hoor ziet overgewicht onder de jeugd als een ­serieus probleem. Vijftien procent van de Nederlandse tieners tussen twaalf en zeventien jaar is te zwaar. Drie procent lijdt aan obesitas, ofwel een BMI boven de 30.

Onverwacht sterk
Zijn oplossing klinkt als muziek in de oren: wissel in de gymzaal conditieoefeningen af met krachttraining. Een stevig kind rent dan misschien minder goed of snel, maar het kan onverwacht sterk uit de hoek komen. Zo'n jongen of meisje duwt die kar met zware sportmatten misschien wel als eerste over de finish.

De wetenschappelijk onderzoeker dankt zijn inzichten aan zijn achtergrond: twee masteropleidingen in biologie en psychologie.

Hij combineert die vakgebieden graag. Zijn logica: geef een puber die niet voor gek wil staan het gevoel waardevol te zijn en hij of zij sport uit zichzelf door. Die ingeving blijkt te kloppen.

Met zijn visie voor ogen begint Ten Hoor een zoektocht naar bewegingsvormen waarbij zwaarlijvigheid een voordeel is. "Niet iedereen blinkt uit in dezelfde sport," zegt hij. "Een fantastische judoka kan makkelijk honderd kilo ­wegen; hij zou geen goede sprinter zijn. Maar een atleet zou op de mat minder presteren."

Meer spiermassa
"Jongeren met overgewicht hebben meer vetmassa, maar óók meer spiermassa. Dat maakt ze geschikt voor bepaalde krachtsinspanningen. Mensen met overgewicht horen regelmatig dat ze zouden moeten afvallen, maar het is veel belangrijker dat ze gezond van lijf en leden zijn. Je gezondheid gaat ook vooruit als de verhouding verbetert tussen je vet en spiermassa. Krachttraining kan daarbij helpen."

Om zijn theorie in de praktijk te brengen leggen Ten Hoor en zijn team contact met dertien middelbare scholen in Nederland. Voornamelijk vmbo-scholen, want daar ligt het percentage tieners met overgewicht net iets hoger.

Het voorstel om aan de gymlessen krachttraining toe te voegen, vindt enthousiast onthaal. Een testgroep van 353 brugklassers gaat aan de spieren werken. Een tweede groep van 342 leerlingen blijft bij het oude lesprogramma, als controlegroep. De gymleraren helpen het nieuwe onderwijsprogramma op te stellen.

Elkaar waarderen
Al snel blijkt dat niet alle krachtsoefeningen geschikt zijn. Ten Hoor: "Je wilt dat kinderen onthouden dat ze sterk zijn, niet dat ze overgewicht hebben. Daar moeten de oefeningen op aansluiten. Touwklimmen of opdrukken heeft weinig zin, want dan is je gewicht een handicap."

Ook touwtrekken valt af, omdat gewicht in dat geval kracht overschaduwt. Ten Hoor zou niet willen dat een kind ermee geassocieerd blijft worden. "Kinderen moeten elkaar waarderen om hun kwaliteiten in plaats van om hun gewicht."

Jongeren met overgewicht hebben meer vetmassa, maar óók meer spiermassa
Gill ten Hoor

Wanneer de piepjonge brugklassers in september van dit jaar de gymzaal betreden, is het programma klaar. Zij ­krijgen in de les minimaal een kwartier krachtoefeningen.

De medizinbal, tussen de één en vijf kilo, doet bijvoorbeeld zijn intrede. Groepjes krijgen verschillende ­opdrachten, sommige gericht op kracht en andere op snelheid, behendigheid of uithoudingsvermogen.

Aansluitend volgt een competitie. Nu kiezen de tieners voor elke opdracht degene die het meest geschikt is. De zware jongen blijkt plots net zo waardevol als de stoere voetballer. "Met simpele oefeningen kun je veel bereiken. Kinderen leren elkaar waarderen op hun sterke punten."

Opgetogen
De brugklassers en de scholen reageren opgetogen, maar sommige ouders schrikken. "We hebben van tevoren ­gevraagd wat zij van een krachttraining vinden," zegt Ten Hoor.

"Eén op de drie dacht dat het schadelijk kon zijn; ­ouders zijn bang voor blessures. Maar het idee dat krachttraining op die leeftijd schadelijk kan zijn, komt uit achterhaald onderzoek. We maken van kinderen geen bodybuilders. We willen dat ze ontdekken dat iedereen andere kwaliteiten heeft."

Een schooljaar lang je spierballen gebruiken, werkt dat? Absoluut, wijst de proef uit. Bij de laatste lichaamsmetingen blijkt het vetpercentage van brugklassers met overgewicht aanzienlijk gedaald. En wat misschien nog wel ­belangrijker is: zij ervaren meer plezier in sport.

Stevige kinderen geven volgens Ten Hoor aan dat ze gemotiveerder zijn om in hun eigen tijd te bewegen, of dat ze oprecht blij zijn niet altijd meer als laatste te worden gekozen.

De scholen handhaven de gymles nieuwe stijl. Daarmee is het werk van Ten Hoor nog niet klaar. Hij streeft ernaar meer scholen in het land te laten meedoen. "Op de website van onze stichting Kracht van Kracht leggen we alles uit. Elke onderwijsinstelling kan er zo aan beginnen. Een ­basisschool in Amsterdam heeft al contact gezocht. Vanuit Maastricht hopen we de methode te verspreiden."

Zelf had ik het geweldig gevonden als mijn gymleraar veertien jaar geleden zo'n krachttraining had ingevoerd. Dan had ik naast een snelle klasgenoot gestaan, midden in de gymzaal.

Met twee karren vol zware sportmatten voor onze neus: wie het eerst met zijn vracht naar de overkant en weer terug kwam gereden, zou winnen. Kom maar op jij, lichtgewicht, zou de jongere versie van mezelf hebben ­gedacht. Als sporten zo kan, had ik er ook zin in gehad.

Met simpele oefeningen kun je veel bereiken. Kinderen leren elkaar waarderen op hun sterke punten
Gill ten Hoor