Spellen met Medicineballen

  1. Werk in teams van 4-5 leerlingen. Laat telkens één leerling met de medicinebal voor zich (met gestrekte armen) een woord spellen door de medicinebal door de lucht te bewegen. Andere team moet het woord raden
  2. Sta met de armen gestrekt voor je lichaam terwijl je een medicinebal vasthoudt. Doe je ogen dicht en laat de medicinebal vallen. Probeer de medicinebal zo dicht mogelijk bij de grond op te vangen
  3. Sta met een medicinebal tegen je borst gedrukt. Gooi de bal omhoog, en probeer 180 graden te draaien waarna je de bal weer opvangt. Lukt dit, probeer dan zowel rechtsom, als linksom te draaien. Lukt beide, probeer dan 360 graden te draaien (linksom/rechtsom).
  4. Sta met alle leerlingen in een cirkel (ongeveer 1.5m van elkaar af). Aan de ene kant van de cirkel begin je met een bal (de ‘kat’), en aan de andere kant van de cirkel begin je met een tweede bal (de ‘muis’). De ballen worden bij een startsignaal met de klok mee zo snel mogelijk rond gegooid. De leerlingen moeten proberen ervoor te zorgen dat de kat de muis niet vangt. Variaties op dit spel: voeg een derde bal toe (de ‘hond’), of wissel van richting. Je kunt de leerlingen in plaats van de bal naar elkaar te laten gooien (op 1.5m afstand van elkaar), ook de ballen laten doorgeven om de core-strength te verbeteren.